“Met die vrouw hebben wij niets te maken”
Een verdrietige mevrouw aan de telefoon. Haar vriendin en levenspartner Petra is overleden en had eerder gevraagd mij te bellen om de uitvaart te regelen. Ik condoleer haar met het verlies, maak wat notities en we maken een afspraak voor aan het einde van de middag. Als ik in het gezellige appartement binnenkom zijn daar ook de ouders en broers Petra aanwezig. De sfeer is bedrukt, maar dat lijkt logisch. Ik vraag aan de vrouw, Josien of het om een crematie of begrafenis gaat. Deze geeft aan dat haar vrouw wilde worden gecremeerd. Waarop de moeder reageert door te zeggen dat het een begrafenis wordt, want dat is gebruikelijk in de familie. Zo’n meningsverschil kom ik vaker tegen, en ik geef dan aan dat het vooral om de laatste wens van de overledene gaat. Maar voor de familie staat het vast. Begraven. Moeizaam gaat het gesprek verder. “Het gaat om onze dochter, en wij bepalen wat er gebeurt” is de insteek. Ik begrijp dat Petra en Josien al een aantal jaren samenwoonden en erg veel van elkaar hielden. Ondanks dat de ouders van Petra zich er na veel heftige gesprekken bij neergelegd hadden blijkt dat nu niet waar te zijn. We komen er haast niet uit. En als het over de namen op de rouwkaart gaat barst de bom. “haar naam” zegt een boze vader en wijst naar Josien, de levenspartner van zijn dochter, “haar naam komt niet op die kaart. Wat zou de familie en onze gemeenschap daar van zeggen? En hoe we ook praten, en wat we ook bedenken, ze zijn niet te vermurwen. Dit is werkelijk intens verdrietig en ook heel erg pijnlijk.
Josien, die toch net haar vrouw heeft verloren knik me toe. ‘Doe het maar zoals zij het willen” zegt ze zonder woorden. En zonder verder ook maar rekening te houden met de grote liefde van hun dochter regelen ze zakelijk een korte en afscheidsdienst, bepalen waar de begrafenis moet plaats vinden en wie er uitgenodigd mogen worden. De tekst voor de kaart willen ze wel even zien voor we gaan drukken. Vervolgens stappen ze op. Ik blijf verbouwereerd achter in het huis van Petra en Josien waar we samen een mooie opbaring regelen. We bespreken de tekst van de kaart. En bedenken dan dat er een tweede kaart gedrukt gaan worden, voor de vrienden van de twee vrouwen. Josien wil geen ruzie met Petra’s familie, dus zal doen wat ze vragen. Maar daarnaast zullen voor de begrafenis ook de eigen vrienden en vriendinnen uitgenodigd worden. Het aangekondigde afscheid op de kaart is maandagavond. Josien regelt een bijeenkomst voor de vrienden op zondag. En zo gebeurt het. Die dinsdag is het druk op de begraafplaats. Er zijn duidelijk twee groepen gekomen. De dominee kijkt zijn ogen uit. Ieder neemt op eigen wijze afscheid. En de moeder zegt na de uitvaart tegen me “toch wel mooi dat er zoveel mensen waren heh? Onze dochter had wel heel veel vrienden”. Ik knik maar wat en hoop dat ze toch een beetje rekening zal houden met het vreselijke verdriet van Josien.