Deze week overleed Dick Bruna, de geestelijke vader van Nijntje Pluis. Wereld beroemd en bij alle kinderen bekend van vooral de kleurige boekjes met lieve tekeningen en mooie rijmpjes.
Het bracht mij opeens in gedachten terug bij een uitvaart, een paar jaar geleden. Een vrij jonge opa was overleden en liet 9 kleinkinderen onder de 10 jaar achter. Ze waren allemaal nauw betrokken bij het hele gebeuren, tekeningen gemaakt, knuffels bij opa gelegd. Hun namen of tekeningen op de kist gezet. Een drukbezochte afscheidsceremonie, en ondanks dat het lang duurde bleven ze best rustig. Eenmaal buiten op de begraafplaats was dat over. Ze holden alle kanten op. De ouders hadden moeite de kinderen bij zich te houden. De kist stond op het graf. De uitvaartleider zou nog een afsluitend woord spreken en haalde zijn tekst uit zijn binnenzak. Tot mijn verbijstering bleek het een Nijntjeboekje te zijn. “Oma Pluis is dood”. Met duidelijke stem begon hij het voor te lezen. En de kleinkinderen hoorden hem, keken op en kwamen naar het graf toe. Deze taal sprak ze aan, dit begrepen ze. Heel stil stonden ze daar en menig traantje werd weggeveegd. Wat een briljante vondst om juist dit verhaal erbij te halen. De kist zakte in het graf en de kleinkinderen zwaaiden opa gedag. Later sprak ik mijn collega nog even aan om hem te complimenteren. Hij vertelde me dat hij lang had nagedacht over wat hij bij het graf nog zou zeggen. “Alles was immers al gezegd, ik wilde de kinderen ook graag aanspreken”. Nou, dat was hem echt gelukt, sprakeloos hebben ze geluisterd. Het was heel bijzonder om dit mee te maken. Nu nog, jaren later krijg ik kippenvel bij de gedachte van die man met dat boekje in zijn hand, en al die kindjes om hem heen.