Vandaag heb ik de eerste natuurbegraafplaats in Nederland bezocht. Op het landgoed Heidepol. Een prachtige plek tussen Arnhem en Ede. “Leven en dood op een harmonieuze wijze samengebracht.” Niet begraven of cremeren, maar Natuurbegraven. Begraven in de natuur. Op een zelf gekozen plek met eeuwigdurende rust. Geen zorgen over erfrecht en grafonderhoud. Het graf wordt vanzelf weer onderdeel van de natuur. Sprakeloos was ik van de schoonheid van dit gebied. Een boskapel voor het laatste afscheid , een ceremonie in een openluchtkapel midden in het bos. Eeuwenoude bomen, bemoste plekken, en rust, echte rust. De vogels zingen hun lied, een mooi concert. Vanuit het bos via de bosrand naar een prachtig veld. De knoppen van de korenbloemen staan op springen, klaprozen en kamillie. Hier kun je een mooie plek zoeken voor je laatste rustplaat in het bos of op het veld. dichter bij de natuur kan het niet. Begraven worden in een kist van afbreekbaar materiaal of een lijkwade. Op het graf niets, of een schijf van een boomstam met tekst. In het groene landschap vallen ze niet eens op. En in de loop der jaren zal het graf weer een worden met de natuur, overwoekerd door het groen.
Twee passanten kwamen vanmiddag ook naar deze plek. En overweldigd door de schoonheid van de natuur, de rust, het landschap in de omgeving kwamen ze naar het informatiecentrum. Toen ze vertrokken hadden ze beiden een graf uitgezocht “voor later”. Zomaar op een zonovergoten woensdagmiddag. Ik kan ze geen ongelijk geven.